-
1 zich verlustigen in
zich verlustigen in -
2 zich verlustigen
гл.общ. радоваться, находить удовольствие (in-в) -
3 zich verlustigen in
djòdjò, gosaDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > zich verlustigen in
-
4 zich verlustigen
v. drink in -
5 zich verlustigen in
v. revel in -
6 zich verlustigen in
jouir de, jouir -
7 zich verlustigen in
djòdjò, gosa -
8 zich verlustigen in de aanblik van
zich verlustigen in de aanblik vanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich verlustigen in de aanblik van
-
9 verlustigen
〈wederkerend werkwoord; zich verlustigen〉1 exult/delight/revel (in)♦voorbeelden: -
10 verlustigen
1 égayer♦voorbeelden: -
11 gloat
-
12 weiden
weidenI 〈overgankelijk & onovergankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
13 радоваться
vgener. zich verkneukelen, zich verlustigen, blij zijn, jolen, juichen, pret hebben over (iets) (чему-л.), schik hebben, zich verblijden (over- ÷åìó-ô.), zich verheugen -
14 радоваться
vgener. zich verkneukelen, zich verlustigen, blij zijn, jolen, juichen, pret hebben over (iets) (чему-л.), schik hebben, zich verblijden (over- ÷åìó-ô.), zich verheugen -
15 feast
n. feestelijke maaltijd; feest; festijn--------v. uit eten gaan; feestenfeast1[ fie:st] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:→ enough enough/————————feast22 zich te goed doen ⇒ smullen, er goed van eten♦voorbeelden:2 feast on/upon • genieten van, zich te goed doen aanII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:feast one's friends (on) • zijn vrienden trakteren (op) -
16 sport
n. sport; grap; spot; fidele vent; fidele meid; ; spel; vermaak; sportief iemand--------v. sporten, zich ontspannen, zich verlustigen, spelensport1[ spo:t]1 sportieve meid/kerel2 〈 informeel〉meid/kerel ⇒ vriend(in), kameraad♦voorbeelden:2 hello, old sport • zo, beste kerel!1 sport2 jacht♦voorbeelden:1 pret ⇒ spel, plezier2 speelbal ⇒ slachtoffer, mikpunt♦voorbeelden:make sport of • voor de mal houdenIV 〈 meervoud〉1 sportdag ⇒ sportevenement/manifestatie2 atletiek3 sport————————sport2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 pronken met ⇒ vertonen, te koop lopen met♦voorbeelden: -
17 repaître
repaître (se) [rəpetr]〈 werkwoord〉 -
18 djòdjò
genieten, genieten van [v], zich verheugen in [v], zich verlustigen in [v] -
19 gosa
genieten, genieten van [v], zich verheugen in [v], zich verlustigen in [v] -
20 djòdjò
genieten, genieten van [v], zich verheugen in [v], zich verlustigen in [v]
- 1
- 2